Mama en papa maken voortdurend ruzie. Gisteren schreeuwden ze opnieuw tegen elkaar. Het was erger dan anders. Ik hoorde dat ze met dingen naar elkaar gooiden. Dachten ze nu echt dat mijn broertje en ik sliepen? Niet dus. We konden letterlijk alles horen.
Papa zei dat hij met ons zou verhuizen. Dat mijn mama ons nooit meer zou terugzien. Mijn mama heeft het moeilijk. Ze heeft weinig geduld met ons. Misschien is het beter voor haar dat ze even apart woont. Haar niet meer zien, wil ik niet! Mijn broertje ook niet. Als ik met hem praat over de ruzie tussen mama en papa, begint hij altijd te huilen.